Leuven op koers voor morgen: stadsbestuur stelt meerjarenplan 2026 - 2031 voor

Een stad die uitdagingen aanpakt, met bijzondere aandacht voor inclusie en vooruitgang: dat is waar het Leuvens stadsbestuur de komende jaren 426 miljoen euro in investeert. Het bestuur is rond met het meerjarenplan 2026 – 2031, waarin de ambities uit de bestuursnota ‘Op koers voor morgen’ verankerd zijn in budgetten. Op 15 en 16 december wordt het meerjarenplan voorgelegd aan de gemeenteraad.

In april 2025 stelde het stadsbestuur haar bestuursnota ‘Op koers voor morgen’ voor. “Leuven is een zorgzame stad op mensenmaat, waar vooruitgang en inclusie centraal staat”, vat burgemeester Mohamed Ridouani de bestuursnota samen. Het voorbije jaar werkte het stadsbestuur samen met de administratie intensief aan het meerjarenplan 2026 – 2031.

Leuven blijft investeren in haar inwoners en de toekomst van de stad, in totaal voor 426 miljoen euro de komende jaren. “We blijven investeren in uitstekende voorzieningen en dienstverlening: in huisvesting, zorg en welzijn, kinderopvang en onderwijs, sport en cultuur, economie en tewerkstelling… Dat is een bewuste keuze. Om dat mogelijk te maken, hebben we op de meest secure en doordachte manier onze meerjarenbegroting opgemaakt”, aldus burgemeester Ridouani.

Geen evidente tijden
​Het zijn geen evidente tijden, wat noopt tot alertheid en voorzichtigheid. “De context waarin we besturen is fundamenteel veranderd en complexer geworden,” duidt burgemeester Ridouani. “Lokale besturen voelen de financiële impact van besparingen vanuit Vlaanderen en de federale overheid. De factuur van de maatregelen die zij nemen komt in grote mate bij de steden en gemeenten terecht. Denk maar aan de beperking van de werkloosheid in de tijd.”

Daarnaast zijn er de stijgende pensioenlasten, de hogere personeelskosten omwille van inflatie, de duurdere materialen… “Dat gecombineerd met een moeilijke internationale geopolitieke situatie en de economische onzekerheid zorgt ervoor dat we vandaag in een bijzonder complexe en onzekere situatie zitten”, zegt burgemeester Ridouani.

Stabiel en vooruitziend besturen
​Woelige tijden dus, maar het stadsbestuur kiest ervoor om te blijven investeren in wat de stad en haar inwoners doet vooruitgaan. “Het is net nu, in deze context, belangrijk om ervoor te zorgen dat Leuven deel blijft uitmaken van de steden die vooruitgaan en welvaart voor alle inwoners veiligstellen. Uiteraard moeten we door de omstandigheden keuzes maken, maar dat doen we doordacht en zonder onze ambities van vooruitgang en inclusie te verloochenen. Als het buiten stormt, is het des te belangrijker dat je huis stevig staat. We willen geen beleid voeren dat onze Leuvense samenleving ontwricht. De nood aan investeringen in wonen, economie, zorg, sport, cultuur, sociaal beleid, topdienstverlening en het verenigingsleven blijft immers groot”, zegt de burgemeester.

Ruimte voor investeringen dankzij gezonde stadsfinanciën

​ ​ 1. Bewust investeren in Leuven en zijn inwoners

Leuven blijft investeren in noodzakelijke projecten in totaal voor 426 miljoen euro. “Het is belangrijk om dat te blijven doen, gezien de grote noden die er zijn en ervoor te zorgen dat de stad klaar is voor de toekomst. Het aanbod betaalbare woningen vergroten, ons publiek domein verbeteren zoals met de vernieuwing van het Heuvelhofpark of het Martelarenplein, ons erfgoed restaureren en nieuw leven inblazen, zoals we doen met Stadhuis of Hal 9, waar extra ruimte voor de jeugd komt: dat kan enkel als we daar de nodige budgetten voor vrijmaken,” zegt schepen van financiën Thomas Van Oppens.

​ ​ 2. Uitgaven: doordacht budgetteren, efficiënt organiseren en niet raken aan dienstverlening

Om die investeringsbudgetten te kunnen begroten heeft de stad in de eerste plaats gekeken naar de eigen uitgaven. “We zijn hierbij niet alleen door onze investeringen gegaan, maar ook door onze jaarlijkse uitgaven zoals subsidies, personeelskosten en diensten,” duidt schepen Van Oppens. “We zijn daarbij voorzichtig en doordacht te werk gegaan door zo dicht mogelijk op de reële behoefte te budgetteren en door gericht budgetten bij te sturen in functie van onze doelstellingen en wijzigende noden. Op deze manier zorgen we dat elke euro goed gespendeerd wordt.”

Hoewel de hogere overheden besparen op het middenveld, doet het stadsbestuur dit niet. Onderwijsinstellingen, zorg- en welzijnsorganisaties, kunst- en cultuurhuizen, socio-culturele verenigingen, natuur- en milieuorganisaties, sportclubs… Ze spelen een belangrijke rol in onze stad. Het stadsbestuur kiest er bewust voor om die belangrijke actoren in het stedelijk weefsel te blijven ondersteunen. Hoewel er binnen budgetten wel verschuivingen zijn om tegemoet te komen aan veranderende behoeften, wordt het totale bedrag niet verlaagd.

Ook de eigen werking is grondig onder de loep genomen. “We besparen niet op personeel, omdat we niet willen raken aan de dienstverlening voor de Leuvenaars”, licht schepen Van Oppens toe. “De stadsorganisatie is wel in evolutie, en moet zich voortdurend aanpassen aan nieuwe noden en veranderingen, bijvoorbeeld de digitalisering, die een impact hebben op de manier van werken. Door binnen het bestaande personeelsbestand functies aan te passen naar die nieuwe context, kunnen we de personeelskost op hetzelfde niveau houden zonder te moeten overgaan tot drastischere maatregelen.”

Op vlak van werklocaties voert de stad een efficiëntiewinst door. “Vandaag zijn de stadsdiensten verspreid over verschillende plekken. De komende jaren centraliseren we onze diensten. Zo verhuizen onder andere het OCMW en de dienst diversiteit naar het stadskantoor wanneer we het aanpalende KBC-gebouw in gebruik nemen in 2026. De uitvoerende technische diensten, zoals de groendienst en stadsreiniging, clusteren we op de Aarschotsesteenweg aan de Vaart. Hierdoor zijn zes gebouwen niet langer nodig en zullen we aanzienlijk besparen op huur, onderhoud van gebouwen en verplaatsingen. Bovendien zal het de samenwerking ten goede komen”, aldus schepen Van Oppens.

​ ​ ​ 3. Inkomsten: geen verhoging personenbelasting en onroerende voorheffing – stad blijft ​ ​ ​ ​ ​ ​ onder gemiddelde centrumsteden

Ook naar de inkomstenzijde heeft het stadsbestuur gekeken. “We hebben besloten om geen nieuwe belastingen te heffen en de algemene personenbelasting (APB – 6,7%) en de opcentiemen op onroerende voorheffing (OOV – 975 opcentiemen) – de twee grote belastingen die alle gemeenten heffen – op hetzelfde niveau te houden, wat onder het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden is. Ons principe is dat de Leuvenaar niet meer belasting dan elders betaalt, en in ruil daarvoor veel terug krijgt. Bovendien behouden we zo de koopkracht van de Leuvenaar”, zegt schepen Van Oppens.

Wel zal de stad het tarief van de opcentiemen op de onroerende voorheffing differentiëren voor bedrijfsgebouwen. De sector doet het heel goed in Leuven, en is in volle groei. Dat is een goede zaak, maar die groei legt natuurlijk ook druk op de stad – er is meer ruimte nodig, er zijn meer werknemers die zich naar Leuven verplaatsten, die ook gebruik maken van de stadsvoorzieningen. Leuven zalgeen aparte bedrijfsbelasting heffen zoals in de meeste andere centrumsteden, maar werken met een differentiatie van de OOV, die voor bedrijfsgebouwen op 1.170 opcentiemen ligt. 9 van de 13 centrumsteden heffen een vorm van bedrijfsbelasting.

Daarnaast nam het stadsbestuur alle andere belastingen en retributies onder de loep. Tarieven worden nu automatisch geïndexeerd. Waar beleidsmatig wenselijk zijn tarieven en uitzonderingen herbekeken. “We kiezen ervoor om verschillende belastingen die sturend werken aan te passen aan een veranderende realiteit om beleidsdoelstellingen te bereiken. Zo zullen de belastingen op leegstand, onbebouwde percelen en tweede verblijven toenemen om zo veel mogelijk woningen te creëren en bewoond te krijgen. Dat is aangewezen gezien de grote vraag naar extra woningen”, duidt schepen Van Oppens. Ook voor reclamepanelen worden de tarieven aangepast om deze vorm van visuele vervuiling te ontraden.

Ook de tarieven voor straatparkeren wijzigen. Het eerste uur blijft ongewijzigd, maar voor de volgende uren wordt het tarief progressief verhoogd. Heel wat andere steden werken met progressieve tarieven, om zo bezoekers die lang willen parkeren te stimuleren de centrum- en randparkings te gebruiken, waar de parkeertarieven voordeliger zijn.

Het stadsbestuur heeft ook een analyse gemaakt van het stadspatrimonium – alle gronden en panden in eigendom van de stad. Daarbij is gekeken voor welke gebouwen of gronden verkoop aangewezen is. Met de centralisatie van de verschillende stadsdiensten komen heel wat locaties vrij. De stad heeft er geen belang bij die in eigendom te houden. In totaal zal de stad komende jaren voor 48 miljoen euro aan gronden en panden verkopen. Waar dat wenselijk is zal de stad samenwerken met partners om sociaal en betaalbaar wonen en gemeenschapsvoorzieningen te creëren op deze sites.

​ ​ 4. Ruim exploitatieoverschot, elk jaar positieve autofinancieringsmarge

Met alle keuzes en maatregelen boekt de stad jaarlijks een exploitatieoverschot (het verschil tussen reguliere inkomsten en uitgaven) van gemiddeld 20,5 miljoen euro. Dat overschot is ruim voldoende om het investeringsvolume dat de stad nodig heeft aan te houden en de reeds aangegane leningen en geplande leningen af te betalen. De netto leninglast (het aandeel afbetaling en rentelast ten opzichte van de exploitatie-inkomsten) zal zelfs in een maximumscenario slechts 6,9% bedragen.

Daarnaast is er de Vlaamse verplichting om tegen 2031 een positieve autofinancieringsmarge (het bedrag dat de stad overhoudt na het betalen van alle recurrente kosten en de netto leninglasten) te hebben. “Wij doen nog een stapje beter: met het grote exploitatie-overschot behalen we élk jaar een positieve autofinancieringsmarge. Tegen 2031 zal dit zelfs 12,8 miljoen euro bedragen”, aldus schepen Van Oppens.

“Je kan het vergelijken met een gezin dat een huis koopt: je kijkt hoeveel inkomsten je hebt en wat je vaste kosten zijn. Als er voldoende overblijft, kan je een lening aangaan bij de bank om te investeren in een woning. Wat je overhoudt na afbetaling van je lening en de vaste kosten, dat spaar je of geef je uit. De stad werkt natuurlijk met grotere budgetten, maar het principe is hetzelfde", verduidelijkt schepen Van Oppens. ​

“Ondanks de moeilijkere maatschappelijke context slaagt dit bestuur er met deze meerjarenplanning in om ruimte te maken voor verdere investeringen in Leuven. En dat zonder te raken aan de dienstverlening, het personeel of de Leuvenaar,” besluit de schepen.

​ 5. Stad blijft investeren en zorgt voor uitstekende dienstverlening

Prioriteiten en projecten
​Een selectie van de projecten en doelstellingen die het stadsbestuur tijdens deze legislatuur zal realiseren, lees je hieronder per beleidsthema. Vermelde budgetten omvatten zowel investeringen als exploitatie-uitgaven en zijn een totaalbedrag voor zes jaar.

Wonen

Ruimte voor wonen creëren is één van de prioriteiten van het stadsbestuur. “Kwaliteit en betaalbaarheid staan daarin centraal”, zegt schepen van wonen en bouwen Lies Corneillie. “De woonstudie die we lieten uitvoeren vormt daarbij de leidraad: we mikken op 8.000 extra woningen tegen 2040, waarvan 40 procent budget- en sociale woningen. Dat zullen we doen door bijkomende ruimte te creëren voor wonen en door het bouwritme te versnellen, onder meer door werk te maken van het Woonpact met alle betrokken actoren en door onze Algemene Bouwverordening Leuven te vernieuwen.”

Vanuit het stadsbestuur ligt de focus op het aanbod voor mensen met een bescheiden inkomen, senioren en alleenwoners. “Dat doen we door te investeren in 320 extra budgethuurwoningen via AG Stadsontwikkeling Leuven en stedenbouwkundige lasten, en 700 extra sociale woningen via Dijledal tegen 2030. Die extra budgethuurwoningen en sociale woningen komen onder meer aan de Wakkerzeelsebaan in Wijgmaal, de Sint-Jansbergsesteenweg in Heverlee, de Kolonel Begaultlaan in Wilsele, de Centrale Werkplaatsen in Kessel-Lo en de Davésite in de Riddersstraat in het centrum”, zegt schepen Corneillie. “Voor wie dak- of thuisloos is breiden we Housing First verder uit.”

Ruimtelijke planning en publieke ruimte

Ruimtelijke planning geeft vorm aan de stad, op korte en lange termijn. “De focus binnen ruimtelijke planning zal de komende jaren gaan naar het uitwerken van een nieuw Beleidsplan Ruimte Leuven, dat het huidige structuurplan zal vervangen”, zegt schepen van ruimtelijke planning Dirk Vansina. “Daarin maken we toekomstgerichte keuzes, met aandacht voor verdichting, gezinsvriendelijk wonen, open ruimte, economische ontwikkeling, klimaatadaptatie, toegankelijk en herbestemd erfgoed en bovenlokale samenwerking. Van wonen tot voorzieningen: alles wordt op elkaar afgestemd. Met het Beleidsplan Ruimte tekenen we vandaag de toekomst van Leuven met een blik die verder rijkt dan 1 generatie. In Heverlee willen we werk maken van een plan om de kern van Heverlee (site deelgemeentehuis) een nieuwe invulling te geven.” Grote stadsontwikkelingsprojecten die de komende jaren prioriteit krijgen zijn de Knoop van Kessel-Lo, waarvoor Leuven Europese subsidies binnenhaalde, en de vernieuwing van Wijgmaal.

Veilige, propere straten en pleinen dragen bij aan een aangename stad waar je graag bent. “We zetten zwaar in op kwalitatieve en toegankelijke voetpaden, fietspaden en wegen, met een onderhoudsbudget van dik 90 miljoen euro over de hele legislatuur. In het bijzonder voor de aanleg en heraanleg van voetpaden voorzien we jaarlijks 1,5 miljoen euro”, zegt schepen van openbare werken Dirk Vansina. “Daarnaast vernieuwen we het Martelarenplein en zullen een aantal straten helemaal vernieuwd worden –riolering incluis.” Het gaat onder meer over de Naamsestraat, de Celestijnenlaan en de Brabançonnestraat.

Publieke ruimte kan niet zonder openbaar groen. “We gaan groen en water in de stad versterken”, vertelt schepen van openbaar groen Christophe Stockman. “Dat doen we door ons Groenplan verder uit te werken en groene verbindingen te creëren tussen buurten en wijken. Daarnaast zorgen we voor voldoende middelen om het bestaand groen goed te onderhouden en te beheren. We werken daarvoor ook samen met sociale economiebedrijven. We vernieuwen het Heuvelhofpark in Kessel-Lo, waar een strandje aan de vijver komt.”

Een bijzondere groene ruimte in de stad zijn de begraafplaatsen. “We hebben de voorbije jaren al grote stappen gezet om de begraafplaatsen meer in te richten als open, groene en troostende plekken”, zegt schepen van begraafplaatsen Bieke Verlinden. “Op die weg gaan we verder, gecombineerd met ons vernieuwend beleid rond rouw en verlies.”

Leuven is een stad rijk aan erfgoed, waar het stadsbestuur de nodige middelen vrijmaakt om erfgoed en monumenten te restaureren of om instandhoudingswerken uit te voeren. “Zo hebben we budget voorzien voor de Sint-Jacobskerk en de Sint-Geertruiabdij en voltooien we de restauratie van Abdij van Park. Ook in de Abdij van Vlierbeek zetten we het restauratieproject verder”, zegt schepen van erfgoed Dirk Vansina.

Economie, ondernemen en werk

De Leuvense kenniseconomie en de onderwijsinstellingen – die wereldtop zijn – zijn in volle groei. De nood aan ruimte is groot, en daar zal het stadsbestuur ook prioriteit aan geven. “Met de ontwikkeling van Leuven Noord tot wetenschapspark en de verdere ontwikkelingen aan Wetenschapspark Arenberg en in Haasrode Researchpark komt er alvast heel wat ruimte bij”, zegt schepen van economie Lalynn Wadera. “Ook de omvorming van de Kolonel Begaultlaan met meer ruimte voor bedrijvigheid en de transformatie van de voormalige CommScope-site tot een nieuw bedrijventerrein, dat voortaan Eastech Park heet, staan op de planning. Daarnaast blijven we werken aan duurzaam (jong) ondernemerschap en blijven we de sociale economie ondersteunen.”

Handel en horeca zijn een essentieel onderdeel van een bruisende stad. “We blijven de handelaars en horeca-uitbaters dan ook ondersteunen door verder te werken aan aantrekkelijke handelskernen. Daarvoor maken we een masterplan op. Via kleine en grote evenementen zorgen we voor beleving - want Leuven moet een stad blijven waar mensen graag komen winkelen, rondwandelen en elkaar ontmoeten,” zegt schepen Wadera.

Klimaat & duurzaamheid

Leuven is als één van de 100 Missiesteden een Europese ambitieuze speler op vlak van klimaatbeleid, en gaat verder op die ingeslagen weg. De inzet blijft om zowel de CO2-uitstoot op eigen grondgebied te verlagen, de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken met klimaatadaptieve maatregelen en onze natuur zo goed mogelijk te beschermen. “Ondanks het wegvallen van de Vlaamse financiering versterken we ons Klimaathuis om de renovatie van woningen te versnellen en zetten we in op collectieve renovatie van appartementsgebouwen. Daarnaast willen we grote stappen zetten rond duurzame warmte. Zo willen we een warmtenet aanleggen in de Constantin Meunierstraat. Ook de bedrijven en instellingen in onze stad willen we verder aanmoedigen om duurzame ingrepen uit te voeren. De circulaire economie versterken we verder en we voorzien een verhuis en uitbreiding van de Materialenbank”, duidt schepen van klimaat en duurzaamheid Thomas Van Oppens. Ook de toelage voor de aankoop van natuurgebieden wordt verhoogd.

Mobiliteit

De stad zal de komende legislatuur werken aan mobiliteitsinfrastructuur. “Dat gaat van gerichte ingrepen op specifieke locaties tot zeer omvangrijke infrastructuurprojecten zoals de Knoop van Kessel-Lo”, zegt schepen van mobiliteit Dirk Vansina. “Daar willen we de doorstroom voor het openbaar vervoer verbeteren, en tegelijk de verbinding tussen vier fietssnelwegen aanleggen, met fietsbruggen die het geheel goed verknopen.” Daarnaast zal de stad verder inzetten op kwalitatieve voet- en fietspaden (zie ook publieke ruimte) en deelmobiliteit verder uitbreiden. Ook een grondige opwaardering van fietsenparking De Somer staat op het programma, samen met investeringen in fietsrekken en overdekte fietstallingen. “Zo willen we de druk op het stallen van fietsen op voetpaden verminderen.”

Veiligheid

De stad investeert zwaar in veiligheid. “Een sterk, aanspreekbaar politiekorps is essentieel”, zegt burgemeester Ridouani. “Dat vertrekt vanuit de wijken, en daarom versterken we de wijkpolitie en de politieteams die zich richten op doelgroepen, zoals jongeren, senioren, horeca… Veiligheid wordt ook steeds meer een zaak van preventie – voorkomen is immers beter dan genezen. Daarom winnen dialoog, bemiddeling en herstelgericht werken aan belang, omdat we daarmee de oorzaken aanpakken en zo conflicten kunnen voorkomen.”

Inclusieve samenleving

Via wijk- en buurtwerk wil Leuven de sociale samenhang verder versterken en inwoners ondersteunen waar nodig en mogelijk. “Zo gaan we inwoners en organisaties uit de wijken samenbrengen om te zoeken naar manieren om buurten te versterken”, zegt schepen van onder meer wijk- en buurtwerking Lothe Ramakers. “De buurt- en basiswerkingen – zowel van de stad als van partners zoals ’t Lampeke en De RuimteVaart – blijven een eerste aanspreekpunt voor mensen in hun buurt, waar ze terecht kunnen voor ontmoeting, betaalbare maaltijden of hulpvragen. We blijven zo investeren in het versterken en ondersteunen van mensen en gaan we eenzaamheid en armoede tegen. We vernieuwen het gebouw van de kinderwerking bij buurtcentrum Sint-Maartensdal, zodat er nog meer kinderen uit de buurt terechtkunnen en we tegelijk ouders ontzorgen om te werken of leren.”

“Via onze seniorenwerking maken we van Leuven een leeftijdsvriendelijke stad, bijvoorbeeld op vlak van e-inclusie, diverse beeldvorming en een rijk socio-cultureel aanbod. Met Huis Van Het Kind willen we het aanbod dat gezinnen ondersteunt verder versterken en kinderarmoede tegengaan. Daarnaast wordt menstruatiewelzijn een aandachtspunt”, zegt schepen Ramakers. “Binnen diversiteit blijven we inzetten op taal en ontmoeting tussen culturen. Ons onthaalhuis voor anderstalige nieuwkomers, De Nomade, krijgt ook een vernieuwde thuishaven: we gaan het deelgemeentehuis van Kessel-Lo, waar De Nomade nu al gehuisvest is, helemaal renoveren. Op vlak van gelijke kansen willen we zorgen dat alle Leuvenaars gelijkwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving, ongeacht afkomst, leeftijd, gender of handicap. Zo versterken we onder meer de samenwerking met het Regenbooghuis UniQue”, zegt schepen van gelijke kansen Lothe Ramakers.

Toegankelijkheid is een rode draad doorheen de beleidsdomeinen. “Samen met de adviesraad hebben we al grote verbeteringen op het terrein gerealiseerd”, zegt schepen van toegankelijkheid Liesbeth Vandermeeren. “We gaan samen een toegankelijkheidsplan opstellen, met de nadruk op fysieke toegankelijkheid van gebouwen en ons openbaar domein. Daarnaast kiezen we ook voor een jaarthema, bijvoorbeeld erfgoed of evenementen.”

Op vlak van jeugdbeleid investeert de stad fors in nieuwe infrastructuur. “Dat doen we met de restauratie van Hal 9 tot een kinder- en jongerencentrum en investeringsbudgetten om de bestaande infrastructuur van bijvoorbeeld jeugdbewegingen te vernieuwen. We blijven ook investeren in de (her)aanleg van speelterreinen op het openbaar domein”, zegt schepen van jeugd Liesbeth Vandermeeren. “Daarnaast blijft de steun aan jeugdverenigingen op peil en blijven we ook inzetten op een kwaliteitsvol vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren, vanuit de stad en vanuit verenigingen en organisaties.”

Sociaal beleid en welzijn

De stad maakt verder werk van een sterk sociaal zorg- en welzijnsbeleid. “Leuven is een stad waar je omringd, ondersteund en verzorgd wordt wanneer dat nodig is. We blijven inzetten op toegankelijke, betaalbare en kwalitatieve zorg, zoveel mogelijk in de eigen buurt en in verbinding met ieders leefwereld”, zegt Bieke Verlinden, schepen van zorg en welzijn en voorzitter van Zorg Leuven. “Dat doen we niet alleen: in Leuven werken we daarvoor samen. In de komende jaren bouwen we met dat netwerk verder aan vernieuwende zorgmodellen zoals de Boomgaard, waar professionele en informele zorg elkaar versterken en waar buurten zorgadaptief worden. We bouwen aan een stad waar zorg geen toeval is, maar een netwerk: professioneel en informeel, dichtbij en betaalbaar. Door betere samenwerking zorgen we dat iedereen, jong, oud, kwetsbaar of zelfstandig, kan rekenen op de juiste zorg in de eigen buurt.”

Wie hulp nodig heeft van het OCMW, kan daar op rekenen. “We zorgen voor toegankelijke en efficiënte maatschappelijke hulp, die er op gericht is om mensen te versterken en hen deel te laten uitmaken van de samenleving”, zegt Lies Corneillie, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst van het OCMW. “We focussen daarbij op automatische rechtentoekenning zodat Leuvenaars automatisch ontvangen waar ze recht op hebben. We blijven ook investeren in de REMI-tool waarmee we concreter kunnen inspelen op reële noden.” REMI staat voor Referentiebudgetten voor Menswaardig Inkomen. Met deze tool kan het OCMW nagaan of het gezinsinkomen toereikend is om menswaardig te kunnen leven. Als dat niet het geval is, kan het OCMW samen met de cliënt bekijken hoe dit tekort structureel kan worden weggewerkt of het eventueel financieel bijpassen. Daarnaast bereidt het OCMW zich volop voor op de verwachte instroom van mensen die hun werkloosheidsuitkering de komende maanden verliezen omwille van de federale maatregelen.

Kinderopvang en onderwijs

Met het project KinderKuren investeert de stad al jaren in kwaliteitsvolle buitenschoolse kinderopvang, voor en na schooltijd, op de school zelf. “Die buitenschoolse kinderopvang blijven we sterk ondersteunen”, zegt schepen van kinderopvang Lalynn Wadera. “We vinden het belangrijk dat kinderen op een laagdrempelige manier verschillende activiteiten kunnen uitproberen, om nieuwe hobby’s leren kennen en hun talenten ontdekken. Omdat de opvang op school doorgaat, ontlasten we ouders in de drukke gezinshectiek.”

Onderwijs is de hefboom bij uitstek om ervoor te zorgen dat we elk kind aan boord hebben én houden. “Daarom blijven we fors investeren in brugfiguren op elke school, rollen we betaalbare en gezonde schoolmaaltijden verder uit, maken we van lezen en een sterk meertalig taalbeleid een topprioriteit en versterken we ons Steunpunt tegen Schooluitval. Zo zorgen we dat onderwijskwaliteit élke leerling bereikt, van de kleuterklas tot het secundair”, zegt schepen Lalynn Wadera.

Cultuur en evenementen

Eind september werd Leuven met LOV2030 uitgeroepen tot Europese Culturele Hoofdstad 2030. “We hebben nu vier jaar om richting het feestjaar te werken. We willen de titel in deze periode en daarna gebruiken als katalysator om het kunst- en cultuurlandschap in onze stad verder te versterken”, zegt schepen van cultuur Bert Cornillie. “We blijven dus het rijke culturele veld met haar vele organisaties verenigingen substantieel ondersteunen. Ook op vlak van ruimte zullen we zwaar investeren, met de Podiumkunstensite die we via een apart Autonoom Gemeentebedrijf realiseren. We werken ook aan nieuwe en vernieuwde lokalen voor het deeltijds kunstonderwijs, in Kessel-Lo en Wijgmaal. Ten slotte zorgen we, naast de gekende evenementen, ook voor nieuwe dynamieken in de stad, zoals met het stadsfestival Body & Soul in 2028 en de heropening van het historische stadhuis in 2029, in aanloop naar het LOV2030-jaar.”

Sport en beweging

Leuven is een sportstad, en dat uit zich in nood aan ruimte. Het stadsbestuur maakt heel wat budget vrij om in sportinfrastructuur te investeren. “Het stedelijk zwembad in Kessel-Lo wordt samen met de sporthal vernieuwd en uitgebreid, de voorbereidingen verlopen vlot”, zegt schepen van sport Christophe Stockman. “We investeren ook in het nieuwe openluchtzwembad in het provinciedomein. Daarnaast gaan we sporthal Rijschool grondig renoveren. De nieuwe sporthallen op de Philipssite en aan Heilig Hart in Heverlee vragen meer voorbereidingstijd, daar gaan we gestaag mee verder. Ook het openbaar domein biedt sport- en beweegkansen, daar willen we verder op inzetten.”

Daarnaast blijft de stad de sportclubs sterk ondersteunen. “Zowel via toelages voor hun werking, als door investeringen in bestaande sportinfrastructuur”, duidt schepen Stockman.

Stadsorganisatie

Het stadsbestuur investeert verder in een wendbare, toegankelijke en toekomstgerichte stadsorganisatie. Kwaliteitsvolle dienstverlening blijft daarbij een prioriteit. “Digitalisering neemt almaar toe, en we werken naar meer datagedreven besluitvoering. Tegelijk investeren we in een robuust en veilig IT-systeem”, zegt schepen van digitalisering Thomas Van Oppens. Minstens even belangrijk blijft de fysieke dienstverlening. “Je kan bij de stad ook altijd fysiek of telefonisch terecht, voor een vlotte dienstverlening die nabij en overzichtelijk is”, vult schepen van burgerzaken Liesbeth Vandermeeren aan.

Goed onderhouden en duurzame stadsgebouwen zijn onmisbaar voor de stadsgemeenschap. “We zijn systematisch bezig om al onze gebouwen te verduurzamen, soms door een grondige renovatie, maar vaker door de technieken te vernieuwen. Die onzichtbare ingrepen hebben een groot effect, zowel in gebruikscomfort als op de energiefactuur van de stad”, zegt schepen van stadsgebouwen Christophe Stockman.