Leuven zet regenbooggezinnen en oudere holebi’s en transgenders centraal
17 mei is het de jaarlijkse Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie (IDAHOT). “Ook in 2017 bestaan nog heel wat vooroordelen tegenover holebi’s en transgenders”, zegt schepen van Gelijke Kansen en Diversiteit Denise Vandevoort. Dit jaar willen we extra aandacht vragen voor regenbooggezinnen en oudere holebi’s en transgenders. We doen dit heel concreet op 7 mei met een ontmoetingsdag ‘onder de regenboogparaplu’ en op 15 mei door de regenboogvlag aan het stadskantoor te hijsen.
Regenbooggezinnen
“Leuven is een stad waar gezinnen, in al hun diversiteit, de kans krijgen om zich thuis te voelen. Dat is ook zo voor regenbooggezinnen, waarvan minstens één ouder holebi of transgender is,” zegt schepen Vandevoort. “Aan hen willen we extra aandacht schenken, naar aanleiding van de Internationale dag tegen Homofobie en Transfobie.”
Onder de regenboogparaplu
Op 7 mei, tussen 13.30 uur en 17.30 uur kan iedereen terecht in het Jeugdcentrum Vleugel F (Brusselsestraat 61a, 3000 Leuven) voor een namiddag vol sfeer en verschillende workshops, zoals Ethiopische juwelen maken of circustechnieken.
Oudere holebi’s en transgenders
Naast de regenbooggezinnen, vestigt de stad Leuven dit jaar ook de aandacht op oudere holebi’s en transgenders. “Ouder worden is voor veel holebi’s en transgenders een kantelpunt. In de ouderenzorg is er vaak weinig aandacht voor, wat maakt dat die mensen ‘terug in de kast kruipen’ en hun genderidentiteit verbergen”, verklaart Vandevoort. Daarom wil stad Leuven samen met het Holebihuis werken aan de eigenheid van holebi- en transgendersenioren.
Regenboogvlag
Onder meer voor hen hijst Leuven op 15 mei om 17.30 uur de regenboogvlag aan het stadskantoor (Professor Van Overstraetenplein 1), samen met de holebiverenigingen van Leuven. “De vlag staat symbool voor de open houding in Leuven ten opzichte van de holebigemeenschap. We willen duidelijk maken dat holebi’s en transgenders een evenwaardige plaats hebben in onze stad, naast andere gemeenschappen.”