Leuvenaars testen deelbakfietsen

Sinds begin deze zomer telt Leuven dertig elektrische deelbakfietsen van Cargoroo verspreid over evenveel mobipunten. Voor wie vragen had over het gebruik van de bakfiets of die onder begeleiding eens wilde uitproberen, organiseerde Cargoroo in samenwerking met stad Leuven de voorbije dagen gratis testritten. Leuvenaars kregen bezoek van ervaren Leuvense bakfietsers, Cargoroo-ambassadeurs. De ambassadeurs legden hen uit hoe ze de fiets moeten gebruiken en beantwoordden vragen, gevolgd door een oefenritje. Met dit initiatief willen de stad en Cargoroo het gebruik van de elektrische deelbakfietsen verder aanmoedigen.

"Meer dan achthonderd Leuvenaars gebruikten al eens een elektrische deelbakfiets van Cargoroo om bijvoorbeeld boodschappen te doen of de kinderen weg te brengen. De bakfietsen vormen vaak een aantrekkelijk alternatief voor de wagen. Maar we merken dat sommige Leuvenaars nog wat drempels ervaren om de fiets uit te proberen. We zijn dan ook tevreden met het initiatief van de testritten van Cargoroo. We willen zo zoveel mogelijk Leuvenaars laten proeven van de voordelen van deze fietsen", legt schepen van mobiliteit David Dessers uit. 

De gratis testritten duurden een half uurtje en vonden plaats van 1 tot en met 4 oktober. Ambassadeurs die een dagje meedraaiden, werden beloond met extra fietstegoed.

“Met de kinderen naar het park of iets oppikken aan de andere kant van de stad? Kies de dichtstbijzijnde Cargoroo en fiets weg!”, klinkt het bij Charlotte van Nifterick van Cargoroo. Ook Jos Vandikkelen, directeur bij VELO vzw die instaat voor het onderhoud van de fietsen, is blij met dit initiatief: “Ook onze medewerkers, die instaan voor de batterijwissel en kleine herstellingen, krijgen regelmatig vragen over de werking van de e-bakfietsen. Maar wij zijn natuurlijk niet permanent op straat beschikbaar. Dus deze testritten zijn een heel goed initiatief.”

Mobipunten
Je vindt de deelbakfietsen terug in dertig verschillende mobipunten, in de verschillende deelgemeenten. "Bakfietsen zijn duur in aankoop en niet iedereen heeft plaats om ze makkelijk en veilig te stallen. Dankzij de mobipunten wordt het een vervoersmiddel dat voor iedereen beschikbaar is”, duidt Dessers. 

Mobipunten zijn plaatsen waar je verschillende vormen van deelmobiliteit vindt, zoals deelwagens, -fietsen en -bakfietsen, en vlot van het ene op het andere vervoersmiddel kan overstappen. Op die manier wil de stad het voor Leuvenaars en bezoekers nog makkelijker maken om te kiezen voor deel- en combimobiliteit. De mobipunten zijn een belangrijke stap in het ontwarren van de mobiliteitsknoop en dragen bij tot een aangename, leefbare en bereikbare stad. Een volledig overzicht van de mobipunten waar je een deelbakfiets kunt ontlenen, vind je op http://www.leuven.be/mobipunten.

Een elektrische deelbakfiets ontlenen
Om een bakfiets te ontlenen, download je de app van Cargoroo. Voor het gebruik betaal je 0,07 euro per minuut dat je de fiets ontleent. Zodra je de fiets terugplaatst in de stalling van het mobipunt waar je je fiets ophaalde, stopt je gebruikskost.

Een bakfiets reserveren kan ook. Hiervoor betaal je een extra kost van 1 euro. Na reservatie heb je 20 minuten de tijd om je bakfiets op te halen.

Met een volle batterij kan je bijna 100 km fietsen. In de Cargoroo-app kan je steeds zien over hoeveel batterij de fiets nog beschikt.

Nieuwe gebruikers kunnen de bakfietsen een uur gratis uitproberen.  

Pilootproject
De stad krijgt voor de realisatie van de mobipunten een Europese subsidie van 516.721 euro binnen het Interreg-project eHUBS. De mobipunten passen in het beleid rond basisbereikbaarheid van de Vlaamse overheid ‘Hoppin’. "In het kader van het Europees project eHUBS kunnen we een netwerk van mobipunten uitrollen samen met enkele vooraf bepaalde aanbieders van deelvervoersmiddelen zoals Cargoroo voor elektrische bakfietsen en Urbee voor elektrische fietsen. Tijdens de looptijd van dit pilootproject testen we volop: welke vervoersmiddelen slaan aan en welke niet, wat werkt wel, wat werkt minder goed en zo meer. Op het einde van het project zullen we daar lessen uittrekken en indien nodig het één en het ander bijsturen”, besluit schepen Dessers.