Stad Leuven beschermt waardevolle bomen aan de Vaart
Gisteren bracht de stad Leuven een beschermende pasta aan op stammen van vijftien bomen aan de Vaart. Op die manier heeft de bever geen zin meer om aan de bomen te knagen, worden deze waardevolle bomen beschermd en de verkeersveiligheid gegarandeerd. De pasta is onschadelijk voor de dieren en de bomen. Het is de eerste keer dat de stad deze manier van werken uitprobeert.
“We zagen aan enkele bomen tekenen van knaagschade. De pasta zorgt ervoor dat de bevers niet meer geneigd zijn om verder aan de bomen te knagen. Daarnaast helpt ze de wondes aan de bomen te herstellen”, weet schepen van openbaar groen Lalynn Wadera. “We zien de bever graag in onze natuur, maar van deze waardevolle bomen houden we ze liefst weg. Bovendien willen we voorkomen dat bomen op deze drukke plaats zouden omvervallen en het groot aantal weggebruikers in onveilige situaties terechtkomen.”
Eerste keer
Het is de eerste keer dat de stad Leuven de bomen op deze manier beschermt. Vroeger werd er telkens een rasterdraad rond de stam gespannen. Bij de Eikenbomen langs de Vaart is dit geen optie door hun lage vertakking. Experten als Natuurpunt raden de pasta ook aan als alternatief voor draad. Hij bestaat vooral uit kwartzand en is niet giftig. Normaal volstaat het om de beschermlaag na acht à tien jaar opnieuw aan te brengen.
Bevers in de stad
“We zien de laatste jaren steeds meer bevers opduiken in en rond de stad, aan Abdij van Park en Abdij van Vlierbeek bijvoorbeeld, maar ook in het Sluispark. We zijn blij dat de bever terug de weg heeft gevonden naar Leuven. Het is een soort bekroning van het beleid om de natuur meer zijn gang te laten gaan”, vertelt schepen van dierenwelzijn Thomas Van Oppens. “Op het merendeel van de plekken laten we de bever zijn gang gaan. Daar waar er door hun geknaag aan bomen, gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, zoals aan de Vaart, grijpen we op een diervriendelijke manier in." "Hetzelfde geldt voor wanneer we schade merken aan waardevolle en aangeplante bomen”, vult Lalynn Wadera aan.
De stad volgt de situatie nauw op en evalueert of ze deze werkwijze ook in de toekomst verderzet.