Update Leuvense verhalen: over gewone mensen die ongewone dingen doen

"Je merkt dat iedereen ernaar uitkijkt om weer samen aan tafel te kunnen schuiven."

Ook al versoepelen de coronamaatregelen beetje bij beetje op weg naar het nieuwe normaal, ons leven ziet er nog steeds anders uit. Het blijft ontzettend belangrijk dat we de maatregelen die gelden, met z’n allen opvolgen en blijven volhouden om een nieuwe golf te vermijden. Onder het motto ‘Even apart, altijd samen’ houden Leuvenaars van op afstand contact met familie, buren en vrienden en hebben ze oog voor elkaar. Die kleine gebaren betekenen vandaag heel veel. Met de ‘Leuvense verhalen’ bundelen we warme, solidaire initiatieven en verhalen uit het leven gegrepen van onze inwoners. Deze verhalen helpen anderen te inspireren en te motiveren om vol te houden en tonen welke impact deze uitzonderlijke periode heeft op het leven in onze stad.

Jenny is manusje-van-alles in Buurtcentrum Casablanca

Buurtcentrum Casablanca is normaal gezien een bruisende plek waar buurtbewoners elkaar ontmoeten of even uitblazen. Maar door de coronacrisis ziet de werking er nu anders uit. De ontmoetingsruimtes gingen tijdelijk dicht, al bleven buurtwerkers druk in de weer om bewoners te bellen, afhaalmaaltijden te verdelen of huiswerkbegeleiding te organiseren. Ook voor de vrijwilligers was het geen ‘business as usual’. Jenny Zenebergh kan ervan meespreken. Zij groeide op in de buurt en is vaste vrijwilliger en manusje-van-alles in het buurtcentrum.

“Ik kom uit een groot en warm gezin en ben altijd actief geweest in de sociale sector. Dat verklaart misschien waarom ik nu vrijwilliger ben. Het nieuws van de lockdown was voor mij dan ook een donderslag bij heldere hemel. Zeker in het begin voelde het alsof ik in een zwart gat viel”, vertelt Jenny. “Ik ben eigenlijk heel sociaal. Een babbeltje hier, een goeiemorgen daar, je kon me elke dag in de buurt aantreffen. Vooral in het buurtcentrum waar ik graag een handje help. Als risicopatiënt moest ik plots thuisblijven: geen ontmoetingsruimte, niet koken voor de buurtbewoners. Ook de hulp thuis viel weg, waardoor ik helemaal op mezelf aangewezen was. Mijn huisarts raadde me aan de lockdown heel strikt na te leven. Door zijn advies en dat van vrienden, buren en familieleden bleef ik dus de eerste weken in mijn kot. Gelukkig woon ik op het gelijkvloers en heb ik een tuintje. De sporadische ‘over-de-haag-gesprekjes’ met de buren brachten af en toe wat welgekomen afwisseling”.

Jenny miste vooral het sociale contact in het buurtcentrum: “Maar ook me niet meer kunnen inzetten voor anderen kwam hard aan. Ik voelde me plots niet meer nuttig. Ik was een ‘risicopatiënt’, een ‘oude persoon’ die niets meer kon. Die strijd tegen mezelf was niet gemakkelijk. Gelukkig belden mijn vrienden me af en toe om me een hart onder de riem te steken. Ik kreeg ook een telefoontje van een erg lieve dame van stad Leuven. Ze vroeg me hoe het ging en of ik hulp kon gebruiken. Zoiets maakt een mens blij! Het voelde alsof ik, ondanks de moeilijke periode, niet vergeten werd. Ook op mijn zoon kon ik rekenen. Hij zorgde goed voor mij, deed de boodschappen en ging naar de apotheker”.

Toen buurtwerker Kato bekendmaakte dat de ontmoetingsruimte weer zou opengaan, sprong Jenny een gat in de lucht. “Het was voor mij en de andere vrijwilligers pure euforie! Eindelijk konden we weer voor anderen het beste van onszelf geven. Het buurtcentrum is voor ons een tweede thuis en de mensen die er komen zijn als familie. Ik heb van blijdschap een traantje of twee weggepinkt”.

Jenny helpt nu vooral in de keuken bij het klaarmaken van de afhaalmaaltijden. “Sinds het begin van de coronacrisis kunnen bewoners een maaltijd oppikken in het buurtcentrum”, legt ze uit. “Eerst werden die bereid in buurtcentrum Sint-Maartensdal, nu maken we ze weer helemaal zelf. Van het menu samenstellen, over de opmaak van de ingrediëntenlijst tot de verdeling: we doen het allemaal! Twee keer per week bereiken we daar zo’n 30 personen mee. Natuurlijk ben ik héél voorzichtig en hou ik me strikt aan de veiligheidsmaatregelen. De buurtwerkers steunen ons hierbij enorm. Samen bekijken we wie wanneer kan helpen en hoe we het zo veilig mogelijk kunnen houden”.

Intussen droomt Jenny van een volgende stap. “Je merkt dat iedereen ernaar uitkijkt om weer samen aan tafel te kunnen schuiven. Dat sociale contact is toch voor velen héél belangrijk”, besluit ze.


Mourad heeft een bakfiets vol verhalen

Mourad Boukhari (23) werkt in de horeca, maar door de coronamaatregelen is hij al twee maanden technisch werkloos. Bovendien heeft hij geen recht op een uitkering. “Het is financieel best wel een pittige periode”, getuigt hij. “Ik had gelukkig nog wat spaarcenten, maar ook die geraken stilaan op. Het wordt echt tijd dat ik terug kan gaan werken”. We zijn een paar uur voor de persconferentie van de Nationale Veiligheidsraad (3 juni), en ook Mourad hoopt dat de horeca vanaf 8 juni weer mag opstarten. “Ik heb al zoveel kaarsjes gebrand dat de Hema rijk is geworden van mij”, grapt hij.

 Ondanks zijn moeilijke situatie bleef Mourad niet bij de pakken zitten. “Van constant aan problemen te denken word je niet bepaald gelukkig. Daarom wilde ik iets doen om mijn gedachten te verzetten”, vervolgt hij. Hij hoorde via verschillende kanalen over het initiatief ‘Leuven Helpt’ en informeerde naar de mogelijkheden. “Ik merkte dat al veel Leuvenaars zich als vrijwilliger hadden opgegeven. Maar de hulpvragen kwamen wat moeizaam op gang. Ik besloot daarom net daar een handje toe te steken”. Mourad drukte de modelbriefjes van de stad af en vulde zijn gegevens hierop in. Samen met drie vrienden flyerde hij de briefjes in enkele sociale woonwijken: “Ik had het gevoel dat de hulp daar het hardst nodig was, maar dat de mensen er niet altijd de weg vinden naar de bestaande platformen”.

 Zijn oproep was een echt succes. En zo heeft Mourad de afgelopen maanden heel wat kilometers op de teller van zijn bakfiets. “Op een bepaald ogenblik deed ik dagelijks voor vijf personen boodschappen”, zegt hij. “Gedurende twee weken hielp ik ook buurthuis ‘t Lampeke om maaltijden rond te brengen. Daar ben ik mee gestopt, want het begon allemaal wat veel te worden”. Mourad is tevreden over de samenwerking met buurthuis ’t Lampeke. “Ze hebben mij een budget van 500 euro ter beschikking gesteld om de boodschappen voor te schieten. Eerst deed ik dat zelf, maar dat is lastig als je het niet zo breed hebt”.

 Mourad blikt ook terug op de moeilijke omstandigheden waarin hij opgroeide: “Ik verbleef jaren op internaat en had geen gemakkelijke jeugd. Voor corona leek het vaak alsof ik de enige was met problemen. Nu weet ik wel beter”. Bij het boodschappen doen leerde hij veel mensen kennen. Elk met een eigen verhaal en de moeilijkheden die daarbij horen. “Ik ontmoette een alleenstaande mama die vier kindjes moet opvoeden met zeer beperkte middelen”, zegt Mourad. “Maar net zo goed een welvarend koppel 80-plussers. Zij zijn heel slecht te been en hebben geen familie of entourage om op terug te vallen. Eigenlijk weet ik niet wat mij het meest raakt. Ik heb wel geleerd dat geld niet alles oplost”. Mourad bracht mensen in moeilijkheden ook in contact met het buurthuis. Zo kunnen ze in de toekomst makkelijker op hulp terugvallen.

Corona was moeilijk, zowel financieel als mentaal en sociaal. Toch wil Mourad niet klagen en kijkt hij vooral naar de toekomst: “In eerste instantie hoop ik dat ik snel weer mag gaan werken. Niet alleen omdat ik het geld kan gebruiken, maar vooral omdat ik mensen rond mij nodig heb”. Vanaf september heeft Mourad andere plannen. “Ik ga opnieuw studeren”, zegt hij vol overtuiging. “Ik twijfel nog tussen orthopedie en leerkracht lager onderwijs. Ik ben opgegroeid met een zware rugzak en dan heb je de keuze: ofwel loop je er de hele tijd over te klagen, ofwel doe je er iets positiefs mee. Ik wil een beroep uitoefenen waarmee ik andere kinderen met een rugzakje kan steunen. Want ik weet perfect hoe dat voelt en wat je als kind nodig hebt. Ik zie het als mijn taak om daar iets mee te doen”, besluit hij.


In stoffenwinkel Lana Lotta werd solidariteit van Leuvenaars heel tastbaar

Heleen Smeyers (48) baat samen met zus Veerle al 6 jaar de stoffenwinkel Lana Lotta uit. Volgende week verhuizen ze naar een ruimer pand in de Diestsestraat. Maar daar gingen – ook door corona – enkele spannende maanden aan vooraf.

“Toen we het bericht kregen van de lockdown was ik aanvankelijk in paniek”, vertelt Heleen. “We hadden immers net die week ons nieuwe pand gekocht. Dan spookt er natuurlijk van alles door je hoofd. Maar na een paar dagen besliste ik de knop om te draaien en rustig de opening van de nieuwe winkel voor te bereiden. Al is dat niet echt gelukt. Door de lockdown hadden mensen meer tijd om te naaien en dus stroomden de bestellingen via de webshop binnen. Die leverden we bij onze Leuvense klanten met de bakfiets. Meteen de kans voor een leuke maar veilige babbel”.

Heleen en Veerle waren getuige van de grote solidariteit onder de Leuvenaars. “Toen opgeroepen werd om mondmaskers voor de zorgsector te maken, kwamen heel veel mensen bij ons materiaal kopen”, vervolgt Heleen. ​ “Het was hartverwarmend om te zien hoeveel er genaaid werd, louter om te helpen. Soms zelfs voor volslagen onbekenden. Zelf wilden we niet achterblijven: we deelden resten stof uit en maakten mondmaskers voor rusthuizen, thuisverpleegkundigen, crèches en dokters. In onze nieuwsbrief en blog gaven wij ook tips: van welke elastieken de beste zijn tot hoe lang je ze moet knippen. En we deelden patronen uit voor wie geen computer had”.

Om iedereen de kans te geven een eigen mondmasker te maken, mochten stoffenzaken al op 4 mei de deuren openen: “Het was een race tegen de tijd om alles veilig in te richten en de bestellingen rond te krijgen. Door de grote vraag was het immers niet zo makkelijk om voldoende katoen, linten en elastieken te bemachtigen. Maar alle inspanningen werden beloond toen we de eerste dag de lange rij wachtenden zagen. Om vlotter te werken hebben we zelfs buiten in een tentje van de stad Leuven een afhaalpunt voor bestellingen ingericht. Dat werkte goed.”

Volgende week trekt Lana Lotta in een ruimer pand. “In de nieuwe winkel kunnen we tot 12 mensen toelaten”, zegt Heleen. “Voor corona zouden we voor de gezelligheid alles dicht bij elkaar gezet hebben, maar nu zijn we toch voorzichtiger. Zolang de maatregelen gelden, laten we extra ruimte vrij. Zo kan iedereen makkelijk rondwandelen. De workshopruimte gebruiken we voorlopig niet. En de mondmaskers blijven nog even. We dragen ze systematisch en dat went wel. Met of zonder masker: persoonlijk contact en advies blijven ons uitgangspunt. Sommige klanten herken ik trouwens al met mondmasker!”

Heleen en Veerle hielden ook contact met hun collega-handelaars in de Diestsestraat: “Dan merk je al gauw dat er grote verschillen bestaan. Iedere situatie is anders: je hebt hier huurders en eigenaars, winkeliers die alles in consignatie hebben of net niet, zaken met nieuwe collecties of met voeding… Elke handelaar heeft een ander verhaal”.


Wil je meer info over de verhalen, neem dan contact op met [email protected] of via 016 27 22 44. 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Stad Leuven

www.leuven.be

Contact

Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven

016 27 22 44

[email protected]